donderdag 22 mei 2014

Van Helford naar Falmouth




Het zal wel door de regen zijn gekomen, deze kwam met bakken tegelijk naar beneden; het gesprek kwam al snel op het noodweer van afgelopen winter. Eindeloze reeksen stormen, de zee die steeds verder het land indrong en als je je veilig waande voor de zee, kwam het regenwater vanuit de heuvels wel door je huis heen stromen. Het moet één koude en natte ellende zijn geweest.

Men sprak met enige jaloezie over ons Nederlandse waterbeheer, ondanks de ligging van ons kikkerland onder de zeespiegel en de toevoer naar de delta die ons land is van de verschillende grote, Europese rivieren, weten we de wateroverlast toch maar beperkt te houden.

Het was, aldus onze tafelgenoten, vooral een kwestie van niet vooruit willen denken en er maar van uitgaan dat alles gewoon bij het oude zou blijven.

De man verorberde ondertussen een indrukwekkend ontbijt van ham, eieren, worstjes, gebakken tomaat, toast en kaas. Wij houden ons bij een "continental": een bakje corn flakes, een kop koffie en een stukje fruit. Dat helpt ons voldoende op weg.

We vertelden dat we in Londen naar de tentoonstelling over de Vikingen gaan.

Nu begon de man de glimmen.

Hij was een Viking.

Dat wil zeggen, een DNA-test had iets dergelijks uitgewezen. Een paar duizend jaar assimilatie in het Engelse, had van onze Viking echter een goedige, breedlachende man gemaakt.

De regen hield niet op en we moesten toch naar Falmouth.

De wandeling begon met het roepen van een veerman: door het opendraaien van een bord, zodat er een geel vlak zichtbaar werd. Al snel zagen we ook deze keer een klein bootje van de andere oever onze kant opkomen.

Hij begroette ons opgewekt met een zonnebril op zijn neus. Deze was echter bedoeld om de regendruppels uit zijn ogen te houden.

Regen is op zichzelf al een weinig opwekkend element tijdens een wandeling, alles wordt nat, ondanks de regenpakken en de beloofde "ademende" stof: je zweet je een ongeluk en dat koelt weer af. De paden worden modderig, glibberig en soms vormen ze de bedding van een spontaan beekje waar je dwars doorheen moet waden. Fototoestellen beginnen te haperen, je kan nergens zitten. Enfin, genoeg om chagrijnig van te worden.

Toch, het moet gezegd, was de wandeling een plezierige. Het landschap is hier inmiddels veranderd in een vriendelijk, parkachtige omgeving met prachtige tuinen. Het is ook meer bewoond door de bevoorrechten onder ons die hier een villa met uitzicht over zee en een prachtige, subtropische tuin kunnen veroorloven.

Vlak voor Falmouth werd de lucht inktzwart en op aandringen van Anita, doken we onder het afdak van enkele strandhuisjes. Het was een gelukkkige gok: de bui die naar beneden kwam, overtrof alle buien die we al hadden gehad.

Falmouth, onze eindbestemming, bleek een grotere havenplaats, maar bijzonder charmant. Overal kleine, lokale winkeltjes en produkten, een mooie haven en een prachtig uitzicht over de baai.

That's it. Ons "south west coast path" avontuur is alweer voorbij.

We hebben genoten van het prachtige landschap, de Cornish people en hun liefde voor dit ruige stukje op de wereld. Op een enkele bui na, hebben wij vooral de zonnige, subtropische zijde gezien. Dat dezelfde oceaan meedogenloos kan zijn, ook daarvan hebben we vele voorbeelden gezien en gehoord. Het doet onze bewondering voor de mensen hier alleen maar toenemen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten