woensdag 14 mei 2014

14 mei: van Zennor naar Cornwall Cape.




Omdat de herbergier, de broer van Nico Oudshoorn, had besloten dat een lunch pakket pas ná het ontbijt kon worden gemaakt, konden we pas om 9.45 uit Zennor vertrekken. In onze rugzakken 2 sandwiches met ham en 2 met kaas, bovendien, hij had een gulle bui, kregen we beiden ook nog een zakje zoute chips mee voor onderweg. Het beloofde direct al een mooie dag te worden, ondanks de waarschuwing van een medewandelaar dat de wind “stormy” zou worden.

De zon scheen aan een blauwe hemel en het was vrijwel windstil. Zo zou het de hele dag blijven. Logischerwijs hebben we nu dan ook beiden roodverbrande koppen.

Wat valt er te vertellen over schoonheid? Het was overweldigend, de uitzichten, de rotspartijen, de watervallen, de bloemen en overal het gekwinkeleer van vogels. Verder weg, op zee, zien we grote meeuwen spectaculaire duiken nemen het water in. Hierna blijven ze even drijven om de gevangen vis te verorberen. Verder zien we weinig leven op de oceaan. Er zouden zeehonden moeten zijn, maar die blijven voor ons onzichtbaar. Ook schijnen reuzehaaien, goedmoedige planktonetende monsters van 7 meter lang, vlak voor de kust zwemmen, maar ook die hebben we nog niet gezien. Er blijft echter genoeg om te genieten.

De wandeling van vandaag was zo’n 18 kilometer: in Nederland voor ons een eitje, maar hier, laten we zeggen, een uitdaging. De reisorganisator geeft ook op dat hij verwacht dat we er een uur of 7 over zouden doen….dat is dus iets meer dan 2 kilometer per uur….

Het steeds opnieuw moeten dalen en dan weer stijl omhoog klimmen, dat is niet eens zo vermoeiend. Ook de lengte van de wandeling valt wel mee. Waar je echter doodmoe van wordt is dat je geen enkel moment in balans bent: door de rotsen en stenen, dan weer de zompige veengrond, dreig je constant uit balans te raken. Dát is, wat mij betreft, het meest vermoeiende. De onevrwachte hitte maakt dat we (te) snel door onze watervoorraad heen zijn. Gelukkig vinden we op enig moment een klein museum en bij de kassa verkopen ze: gekoelde drankjes! De blikjes cola en de flesjes water gaan er werkelijk in één keer in: wat een godendranken!

Het laatste stuk voert door een oud mijngebied: de streek is bekend door haar vroegere tinmijnen. Overal wordt gewaarschuwd voor oude schachten en om ons heen staan ruïnes van gebouwen die ooit de mijnen vormden. Het is een wat desolate streek, al die ruïnes en andere restanten van de mijnbouw.

Om een uur of vijf naderden we Cape Cornwall: tot in de 19e eeuw geloofde men dat deze kaap de meest afgelegen kaap van het Engelse eiland was, totdat men eens goed ging meten en Lands’end er met de eer vandoor ging. Het is toch een prachtig gezicht, deze kaap. Vooral omdat hier onze volgende B&B op ons wacht.


En een koud glas bier!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten