Om Gondor in te komen, worden Frodo en Sam naar een trap
gebracht die onwaarschijnlijk steil de hoogte in gaat. Na vandaag begrijp
ik waar Tolkien dit idee vandaan heeft:
hij moet het South West Coast path hebben gelopen. We hebben vandaag meerdere
van dergelijke trappen beklommen.
En daar wordt je moe van.
Erg moe.
Maar dan is er vervolgens het uitzicht langs de coves, de
kliffen en de enorme oceaan.
En dan geniet je.
De tocht doet toch wel al snel denken aan de reis die de
ringdrager moest maken. Zo daalden we op een gegeven ogenblik af en kwamen door
een schaduwrijk eikenbos. Dat was overigens voor het eerst dat we door een bos
heen werden gevoerd.
Behalve schaduw, hoorden we overal het ruisen van bergbeken
die naar de zee stroomden en tot onze verbazing groeiden overal prachtige,
witte lelies. Het was alsof we het elfenrijk binnenliepen: een sprookjesachtige
ervaring.
Even later kwamen we aan een strand. Deze was volledig
bedekt met vrijwel manshoge stenen. We begrepen dat de stormen van afgelopen
winter, het pad hier volledig hadden weggeslagen. Een vriendelijke man wees ons
waar we het pad weer zouden vinden. Dat werd dus een ingewikkelde
balansoefening, springend van steen naar steen.
Weer een ander moment stonden we hoog boven een piepklein
vissershaventje. Om de klif heen kwam een vissersbootje, niet groter dan een
roeiboot, aanvaren. De visser koerste regelrecht op een betonnen schuine opgang
af en liet de boot hierop vastlopen. Vervolgens liet hij de boot door een kabel
verder omhoog trekken.
En zo maken we het ene na het andere schouwspel mee.
In weer een ander haventje, vonden we een caféetje. Hier
hebben we de Cornish Pastrie uitgeprobeerd. Feitelijk een soort hachee in
bladerdeeg. Hij was heerlijk.
In Mousehole, uitgesproken als mauzel, een bijzonder
schilderachtig vissershaventje, besloten we dat we genoeg schoonheid hadden
gezien voor vandaag. We hebben de bus
naar Penzance genomen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten