dinsdag 20 mei 2014

Van Lizard naar Coverack




Toen Dolly Pentreath in 1777 op 102-jarige leeftijd kwam te overlijden, verdween het Cornish als levende taal. Zij sprak waarschijnlijk geen Engels, dus haar laatste jaren zullen eenzaam zijn geweest: in je eigen huis jezelf verstaanbaar moeten maken met handen en voeten omdat je eigen kinderen je anders niet eens zullen begrijpen.

Inmiddels doet men in Cornwall verwoede pogingen om de overleden taal nieuw leven in te blazen.

De mensen zijn trots op hun streek. Er bestaat ook een voortdurende animositeit met de mensen uit Devon: die vindt men hier gewoon helemaal niks en er circuleren ook steeds grapjes, ongeveer in de stijl zoals wij de Belgenmoppen kennen.

Hoe dan ook, vanmorgen werden we geconfronteerd met een hier zeer gebruikelijk weertype: de regen kwam met bakken naar omlaag. We hesen ons dus in de regenpakken en vertrokken over een, door de regen, uiterst glibberig pad. Wat mij betreft, hadden we een bushalte opgezocht, maar Anita hield voet bij stuk: we gingen lopen.

We waren werkelijk de enigen.

Na een kleine 2 uur begon de regen af te nemen. In Cadgwith, één van de vele vissersplaatjes die we passeren, dronken we ons wat warm en probeerden we weer wat droog te worden. Dat laatste lukte nauwelijks, maar de regen leek voorbij. Nog geen uur later zou er nog een enorme bui omlaag komen, maar nu konden we op tijd schuilen onder een afdak. Hierna was het definitief gedaan met de regen.

Via Black Rock, Thorny Cliff, Kennack Sands, Spernic Cove en, de mooiste, Devils Fry Pan,
naderden we Coverack, onze bestemming voor vandaag. Inmiddels liepen we alweer enige uren
onder een stralende zon.

Coverack bleek opnieuw een charmant haventje. We naderen ook Porthmouth: in zee liggen al de
nodige tankersschepen afgemeerd.


We aten vanavond in Paris Hotel: zo genoemd omdat ooit een groot schip, Paris, op deze plek aan
de grond is gelopen. Het is niet de enige want, als we de vele afbeeldingen mogen geloven, ligt het
voor de kust vol met gezonken schepen; ook treffen we veel monumenten voor verdronken
zeelieden en hun reddingswerkers.

Dus laat ik maar ophouden met zeuren over dat buitje van vanmorgen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten